de schriften
‘Om 3 uur 's nachts begon de Duitse aanval. Engeland en Frankrijk gaan ons onverwijld helpen. Troepen over de grens en vliegaanvallen.’ Dat schrijft To op 10 mei 1940 in haar eerste oorlogsschrift.
Had ze kunnen vermoeden dat de oorlog nog vijf jaar zou duren? Onvermoeibaar maakt To nog negen schriften, die een ongekende inkijk geven in het dagelijks leven tijdens de oorlogsjaren. Pas later beseft To hoe bijzonder de schriften zijn. In 2000 geeft ze haar oorlogsschriften aan het Fries Verzetsmuseum. Nu zijn alle bladzijden gefotografeerd, zodat iedereen To’s schriften zelf kan lezen.
Lees hieronder per schrift een korte beschrijving van de inhoud.
mei 1940 / dec 1941
oorlogschrift 1
‘Opeens riep vader naar boven "To het is oorlog!" Dit moest eerst goed op mij inwerken, oorlog, dacht ik, dat betekent dus dat er levens op 't spel staan.’
Dit schrijft To op bladzijde 19 van haar eerste schrift, wanneer ze terugblikt op het begin van de oorlog. Interessant genoeg voegt ze deze persoonlijke herinnering pas toe in 1943, drie jaar nadat ze begon met dit eerste oorlogsschrift. In 1940 plakt ze aanvankelijk vooral krantenberichten op en schrijft ze nieuwtjes over. Misschien gaan de ontwikkelingen te snel en kan To pas jaren na het begin van de oorlog omschrijven wat die tijd voor haar persoonlijk heeft betekend.
dec 1941 / apr 1942
oorlogschrift 2
In de strenge winter van 1942 schrijft To op 27 januari 'Vanwege brandstoffen nood vrij gekregen van school voor onbepaalde tijd.'
De oorlog duurt ondertussen al meer dan een jaar. Er is steeds minder eten en het tekort aan brandstoffen groeit. De Duitse bezetter voert allerlei nieuwe maatregelen in. To plakt de krantenartikelen daarover in dit schrift. Eén bladzijde in het schrift wordt in beslag genomen door munten van vóór de oorlog en munten die tijdens de oorlog worden gemaakt. 'Sla deze bladzijde voorzichtig om', schrijft ze er behulpzaam bij. De moppen en versjes die de ronde doen, krijgen van To ook een plaats in het schrift.
mei 1942 / feb 1943
oorlogschrift 3
Op de allereerste bladzijde van het derde Oorlogsschrift plakt To een krantenbericht met schokkende maatregelen die de nazi’s afkondigen tegen de Joden. Ze mogen steeds minder en moeten steeds meer, zoals een ster op hun kleding dragen. To beschrijft een overval op een distributiekantoor en de gevolgen daarvan. Ze maakt een lijst van alle producten die niet meer te krijgen zijn, of alleen nog maar met een speciale bon. De ongeldige en ongebruikte bonnen krijgen een plaatsje in het schrift, net als krantenberichten en pamfletten.
Aan het einde van het derde schrift schrijft To hoopvol: ‘1 Febr. 1943: Russen winnen steeds meer en meer grond terug. In Afrika zijn de geallieerden weer met een offensief begonnen.’
feb 1943 / sep 1943
oorlogschrift 4
‘De liefde tot zijn land is ieder aangeboren’ meldt de sticker op het vierde schrift. Het is een dik schrift, want To plakt er veel in: etiketten van surrogaatartikelen, bonnen en bonboekjes, foto's, brieven van familieleden, krantenberichten en zelfs een stukje wc-papier. Bijzonder is het krantje 'De Wervelwind' uit november 1943, dat door een geallieerd vliegtuig boven Nederland is uitgestrooid. Het meest opvallende voorwerp in dit Oorlogsschrift is de kogel die To van haar vader heeft gekregen. Verder staan er karikaturen en moppen in.
Op 18 september 1943 schrijft To ‘Mijnheer Plat vertelde dat Churchill gesproken had. Deze zei: dat er binnen kort een landing op het vaste land van Europa te wachten stond.’ Ze wist toen nog niet dat de bevrijding nog jaren op zich zou laten wachten.
sep 1943 / jul 1944
oorlogschrift 5
To beschrijft de toenemende onderdrukking door het Duitse leger en het verzet daartegen. Ze verzamelt krantenberichten over de acties van het verzet en de vergeldingsacties die daarop volgen. De geallieerde invasie van 6 juni 1944 is natuurlijk groot nieuws. Bijzonder is To's zelfgemaakte lijst met oorlogswoorden, zoals bukshag, luistervergunning, weermachtheim en oranjeklant. Verder bevat het schrift advertenties, verpakkingen, postzegels, propagandafolders, ansichtkaarten en moppen. Niet voor niks krijgt dit schrift van To het opschrift 'Oorlogsvaria' mee.
jul 1944 / nov 1944
oorlogschrift 6
Voor dit schrift kiest To hoopvol een oranje kaft die doet denken aan het Nederlandse koningshuis. Ze schrijft de radiotoespraak van Koningin Wilhelmina voor Radio Oranje er helemaal in over. Daarnaast bevat het schrift karikaturen, moppen en veel overlijdensadvertenties van mensen die tijdens aanslagen en vergeldingsacties worden gedood. Verder plakt To er weer bonnen, etiketten en brieven van familieleden en kennissen in. Ze schrijft in een ander handschrift dan in de eerste vijf schriften, want dat is in de mode.
Op de laatste bladzijde van dit zesde Oorlogsschrift verzucht To: ‘En nu is dit schrift ook al weer vol, en nog geen vrede!’
nov 1944 / apr 1945
oorlogschrift 7
In het zevende Oorlogsschrift beschrijft To de snelle opmars van de Geallieerden. Maar het wordt duidelijk dat het Duitse leger nog niet is verslagen. Duitse soldaten maken jacht op onderduikers en op jongens en mannen die arbeidsplicht ontduiken. De straffen zijn streng. Het verzet pleegt overvallen op het politiebureau van Sneek. Hongerige mensen uit het westen van Nederland komen naar het noorden om daar voedsel te zoeken. Veel krantenartikelen gaan over de aankomst van evacués, die in Sneek komen aansterken. Verder bevat dit schrift bonnen,brieven, propagandafolders en tekeningen. Het zevende Oorlogsschrift besluit met de mededeling dat het Oorlogsschrift nog steeds geen Bevrijdingsschrift is geworden.
apr 1945 / sep 1945
oorlogschrift 8
Twee dagen nadat To de eerste zinnen schrijft in haar achtste Oorlogsschrift, bevrijdt het Canadese leger haar woonplaats Sneek. Vanaf die bladzijde noemt To haar schrift 'Bevrijdingsschrift'. Ze bewaart krantenberichtjes over de bevrijding, waaronder een knipsel uit het bevrijdingsnummer van de illegale krant 'Trouw'. Daarnaast bevat dit Bevrijdingsschrift affiches met aankondigingen van herdenkingsdiensten en veel materialen afkomstig van de Canadese bevrijders, zoals kauwgum-, chocolade- en sigarettenpapiertjes. To schrijft de tekst van bevrijdingsliedjes over en maakt een nieuwe lijst met oorlogswoorden. Het Bevrijdingsschrift eindigt met het bericht dat het Canadese Perth-regiment nog zes jaar in Sneek zal blijven.
aug 1945 / nov 1945
oorlogschrift 9
Ook dit negende schrift gaat over de bevrijding. To schrijft over de bevrijdingsfeesten, Canadese soldaten in Sneek, het rijden van de eerste naoorlogse trein en de atoombommen op Japan. En over de opsluiting en veroordeling van NSB'ers. De ingeplakte krantenberichten gaan over onderwerpen als Canadese soldaten, de koninklijke familie die terugkeert naar Nederland, de bevrijdingsfeesten en de dood van Hitler. To plakt ook enkele brieven, oude bonnen en naoorlogs geld in haar schrift.
nov 1945 - mrt 1946
oorlogschrift 10
‘We (…) have heard that you must stay longer in Sneek than you had expected and hoped. We are very sorry for you because we can understand that you are longing for your homes.’
To schrijft dit citaat over in het Engels. Ze vertaalt het niet naar het Nederlands, misschien omdat ze het Engels ondertussen aardig goed begrijpt. De Canadese soldaten zijn al lang in Sneek en moeten nog langer blijven. Het lot van de mannen, die misschien wel vreselijke heimwee hebben, houdt To erg bezig. Ook de rest van haar tiende en laatste oorlogsschrift staat in het teken van het Canadese Perth-regiment. Aan het einde plakt To er een krantenbericht in over het verwoeste Duitsland.