wie is to hofstra?

Wanneer de Tweede Wereldoorlog in 1940 begint,
is To Hofstra (1924-2011) zestien jaar oud. Ze woont in Sneek met haar ouders, broers en zussen en maakt de oorlog van dichtbij mee. Als een ware journalist brengt ze verslag van de dagelijkse gebeurtenissen in haar omgeving. Tien oorlogsschriften vult ze met verhalen, foto’s en knipsels die nu, meer dan 75 jaar later, van onschatbare waarde blijken.

over het gezin

De familie Hofstra woont in een groot huis aan de Wijde Noorderhorne 15 in Sneek. To’s ouders kunnen zich dat huis veroorloven, want beiden hebben hun eigen praktijk. Haar moeder is tandarts en heeft haar praktijk op de bovenverdieping van het huis. To’s vader is veearts en voert zijn werkzaamheden beneden uit. Zo keurt hij bijvoorbeeld ook paarden voor de Duitse Wehrmacht. To’s oudere zus Hilly werkt voor en tijdens de oorlog voor de kinderbescherming. Haar broer Jan wordt door zijn vader aangenomen als assistent-veearts, zodat Jan dwangarbeid in Duitsland kan vermijden.

to's leven tijdens de oorlog

Wanneer de oorlog uitbreekt, wordt To’s opleiding aan de huishoudschool stopgezet. Om de verplichte Arbeidsdienst voor meisjes te omzeilen, wordt ze de huishoudelijke hulp van haar dove oma. ’s nachts en ’s ochtends zorgt To voor haar, maar overdag volgt ze een opleiding tot kleermaker. Tussen al die werkzaamheden door vindt To steeds weer tijd om aan haar oorlogsschriften te werken. De schriften zijn een welkome afleiding voor wat zij beschouwt als de saaie jaren ’40, maar ook een manier om de oorlogsjaren te verwerken. To schrijft de Oorlogsschriften voor zichzelf en niet voor een publiek.

hoe maakt to haar schriften?

To is een echte ekster als het gaat om nieuwsberichten. Elke week verzamelt ze allerlei krantenartikelen. De berichten die zij geloofwaardig vindt, krijgen op zondag een plek in het oorlogsschrift waar ze op dat moment mee bezig is. Ze voegt ook andere dingen toe: pamfletten, brieven, munten, bonnen en zelfs een kogel. To’s familie levert zo af en toe ook een voorwerp of artikel aan. To voorziet de artikelen en voorwerpen van handgeschreven commentaar. Ze gebruikt verschillende handschriften, want dat is in de mode. Met haar oorlogsschriften doet To verslag van het dagelijks leven in Sneek. Ze gaat zo afstandelijk mogelijk te werk: haar eigen gevoelens komen niet vaak naar voren.

gevaarlijk

To schrijft met enige regelmaat anti-Duitse grappen over in haar schriften. Weet ze wel hoe gevaarlijk dat is? Waarschijnlijk is ze nog te jong om te weten hoe zwaar je voor zoiets kunt worden gestraft. Maar To’s vader heeft dat maar al te goed in de gaten. Hij verbiedt het overschrijven van anti-Duitse grappen niet, maar zorgt er wél voor dat To’s schriften goed worden verstopt bij To's oma op zolder.

na de oorlog

Wanneer To tijdens de oorlogsjaren haar schriften samenstelt, doet ze dat vooral voor zichzelf. Maar al snel realiseert ze zich dat ze hiermee iets heel bijzonders heeft gemaakt. In 1945 stuurt ze haar schriften op naar het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumenten (RIOD, tegenwoordig NIOD). Maar als zij een jaar lang niets van zich laten horen, vraagt ze de schriften weer terug. Ze gaat ze zelf gebruiken in haar werk als docent. Jaren later, in 1995, verschijnt er op basis van de oorlogsschriften zelfs een Friestalig kinderboek, Soldaten yn é tún (Soldaten in de tuin). In 2000 geeft To haar schriften aan het Fries Verzetsmuseum, waar ze sinds die tijd voor iedereen digitaal te lezen zijn.

lees hier de schriften van to